Taal, geld en cultuur

Taal en geld

 

In Italië wordt door de meeste inwoners Italiaans gesproken, het Italiaans kent ook verschillende dialecten. Maar er zijn ook Duits-, Frans-, Sloveens-, Grieks-, Friulaans- en Kroatisch sprekende minderheden, de Duitssprekende minderheid in Noord-Italië wordt Zimbern genoemd.  In de stad Alghero, op het eiland Sardinië, spreekt men Algherees.

 

In Italië wordt betaald met de euro, vroeger hadden zij de Italiaanse Lires. Deze stond  bekend als de minst waardevolle munt van West-Europa. De lire ging tegen een koers van 1936,27 lire versus 1 euro op in de nieuwe munt in 2002.

Met de Nederlandse bank- en giropassen kunt je bij de geldautomaten met het Maestrologo geld opnemen. American Express, Diners Club, Visa en Master/Eurocard worden in bijna alle hotels, restaurants, winkels en benzinestations geaccepteerd.

 

Mens en cultuur

In het zuiden van Italië leven nog de tradities van 100 jaar geleden, maar ook in het hele land zijn de familiebanden en tradities erg sterk. Daar staat tegenover dat Italië toch voorop loopt, als het gaat om design en trends. We kennen immers allemaal: Versace, Dolce & Gabbana, Gucci en Prada.

En wat te denken van de Vespa,  van Enrico Piaggio, dat is ook in ons land een heel bekend vervoermiddel.

 

In Italië is sport een belangrijk onderdeel van de samenleving, vooral voetbal en wielrennen is er erg geliefd. Het belangrijkste wielerevenement is de Giro d'Italia. De bekendste voetbalclubs zijn: Juventus, AC Milan, AS Roma en Internazionale.

 

In Italië vind je ook ongelofelijk veel overblijfselen uit de oudheid, van de Griekse kolonies of de Romeinen. Er is een groot aantal prachtige bouwwerken te vinden, van Amfitheaters, zoals het Colosseum  tot  basilieken, kloosters en ruïnes.  Op Sicilië zijn bij Agrigento nog tien tempels uit de periode van de Griekse kolonies te zien. In het Archeologisch Museum in Perugia zijn Etruskische kunstwerken te zien. In Ravenna in de kerken en kloosters vind je nog de Byzantijnse invloeden uit de 6de eeuw.  Florence is hét voorbeeld van de kunststroming van de renaissance en ook Venetië is heel bijzonder.

 

Eten en drinken

 

De Italiaanse keuken kent veel variatie, elke streek heeft zijn eigen specialiteiten. Op de menu kaart vind je 4 gangen:

  

♦ de antipasti, het voorgerecht

♦ de primi piatti, een pasta of rijstgerecht risotto

♦ secondi piatti, een bescheiden hoofdgerecht

♦ het dessert 

 

Heel bekend zijn natuurlijk de pizza, die zijn oorsprong vond in Napels, het was in een ver verleden de maaltijd van de dokwerkers. De gedroogde Parmaham, de salami, de harde Parmezaanse kaas en de zachte mozzarella zijn ook wereldwijd bekend. In de Italiaanse keuken wordt veelvuldig olijfolie gebruikt, wat in eigen land wordt vers  gemaakt met de olijven uit de olijfgaarden.

 

Het kraanwater in Italië is over het algemeen wel veilig om te drinken, maar de smaak is niet zo erg goed.

Verder wordt er in het land natuurlijk veel wijn gedronken, de bekende wijnen zoals: Chianti, Barolo, Barbaresco en Lambrusco komen er vandaan. Verder zijn natuurlijk de Italiaanse cappuccino en Espresso erg bekend.